VINCENT LÊ QUANG QUARTET - EVERLASTING

Artiest info
Website
facebook

video

Voor mensen die de impro-jazz een beetje volgen, klinkt de naam van Vincent Lê Quang al enige tijd vertrouwd in de oren: de saxofonist is sinds meerdere jaren immers betrokken bij een flink pak van de platen, die er in de Franse scene toe doen: Henri Texier, Daniel Humair, Aldo Romano, Vincent Peirani, Louis Sclavis, Riccardo del Fra…het zijn allemaal belangrijke artiesten, die een beroep deden op Vincent en zijn geweldig improvisatievermogen. Je kunt Vincent ook ontmoeten in trio-bezetting, in duo, solo of, zoals hier, met zijn eigen kwartet dat, naast Lê Quang zelf, bestaat uit pianist Bruno Ruder, drummer John Quitzke en bassist Guido Zorn.

De vier spelen al jaren samen en, naast het feit dat ze elkaar na al die tijd vlekkeloos aanvoelen, is één van de karakteristieken van het kwartet, dat ze een evenwicht trachten te bereiken tussen wat uitgeschreven of “gecomponeerd” is en wat er aan improvisatie bovenop komt. De verbinding, die de muzikanten voelen door het werken “in het moment zelf”, dat is zowat het uitgangspunt en daar kan ik verregaand in meegaan, al zit er toch ook een risico aan; je kunt perfect met z’n vieren ‘in the zone” zitten en tegelijk je luisteraars kwijtspelen.

Dat gebeurt hier alvast helemaal niet en ik ben geneigd te denken dat dat in niet geringe mate te danken is aan Gérard de Haro, de veelgelauwerde en alom geprezen klankman en eigenaar van de La Buissonne”-studio, waar de plaat opgenomen werd. Als je de moeite neemt om even op zoek te gaan naar het palmares van die man, krijg je ronduit duizelingwekkende lijsten te zien, die je kunt samenvatten als: “jazz spelend Frankrijk passeert ooit bij Gérard de Haro.
In de woorden van Lê Quang klinkt dat als: “Gérard is een kunstenaar met een visie. Hij weet ons te gidsen en hoe we het punt kunnen bereiken, dat we zelf voor ogen hebben”. Dat betekent concreet dat de artiest er de uitrusting vindt en de omgeving, waarin zijn instrument klinkt zoals hij het wil horen en waarin hij zich comfortabel en veilig voelt.

Op deze plaat -ze telt een dozijn composities, die voor driekwart van de hand van Vincent zelf zijn en aangevuld worden met één stuk van elk van de andere drie kwartetleden- laat een Lê Quang horen die, al blijft hij in de eerste plaats een sopraan-saxman is, toch af en toe de tenor opneemt. Dat heeft, naar ’s mans eigen zeggen, alles te maken met de vaststelling dat het Kwartet hem in de richting duwt van een sound die hij met de sopraansax alleen niet kan genereren. Daarbij verwijst hij naar de meerduidigheid van het spel van de Noor Jan Garbarek, die al z’n leven lang met beide tonaliteiten speelt.

Dat levert hier -weer maar eens- een onnoemelijk mooi album op, waarin dromerigheid en avontuur elkaar ontmoeten, waarin je uitgenodigd wordt om mee op reis te gaan naar een aparte wereld, waar eigen muzikale normen gelden, maar die op geen enkel moment tegen de haren in strijken. Ruim vijftig minuten bijzonder knappe, hedendaagse, half-geïmproviseerde jazz, die, ondanks de nodige weerhaakjes toch bijzonder toegankelijk is en ten overvloede aantoont waarom Lê Quang zo veelvuldig gesolliciteerd wordt. Ik denk dat het een bijzonder genoegen moet zijn om met deze man samen te mogen spelen, temer omdat zijn drie kompanen zonder twijfel op zijn eenzame hoogte staan. Formidabele plaat!

(Dani Heyvaert)